Witte Donderdag

Pastor André Tönis
Diaken Han Hartog
Hagunnankoor

Openingslied: Hij is vuur
Nu al eeuwenlang geleden in de streek van de Jordaan,
woont een man, men zegt van hem: “hij is uit God vandaan”.
Met hart en handen open voor de mensen aan de kant,
zo baant hij, vonk van boven, in dat oud en donker land.
Hij is vuur, hij is vuur.

Maar omdat zijn woorden hard zijn voor de rijken van die tijd,
vangen zij hem in hun net, zij willen hem wel kwijt.
Hij die alles wilde delen, aan een ander kansen bood,
stuk gemaakt aan ‘t kruis vond hij te jong een harde dood.
Hij is vuur, hij is vuur.

Maar dat vuur is blijven branden en het stak de mensen aan.
En zijn woorden krijgen handen waar wij elkaar verstaan.
En hij komt opnieuw tot leven waar een mens zich breken laat, voor een ander die als hij toen met een kruis door ‘t leven gaat.
Hij is vuur, hij is vuur.

Welkom

Kyrie (missa aqua viva)
Gloria (missa aqua viva)

Openingsgebed

Eerste lezing: Exodus 12, 1-8+11-14
De Heer zei tegen Mozes en Aäron, nog in Egypte: “Voortaan moet deze maand bij jullie de eerste maand van het jaar zijn. Zeg tegen de hele gemeenschap van Israël: “Op de tiende van deze maand moet elke familie een lam of een bokje uitkiezen, elk gezin één. Gezinnen die te klein zijn om een heel dier te eten, nemen er samen met hun naaste buren een, rekening houdend met het aantal personen en met wat ieder nodig heeft. Het mag het jong van een schaap zijn of het jong van een geit, als het maar een mannelijk dier van één jaar oud is zonder enig gebrek.
Houd dat apart tot de veertiende van deze maand; die dag moet de voltallige gemeenschap van Israël de dieren in de avondschemer slachten. Het bloed moeten jullie bij elk huis waarin een dier gegeten wordt, aan de beide deurposten en aan de bovendorpel strijken. Rooster het vlees en eet het nog diezelfde nacht, met ongedesemd brood en bittere kruiden.
Zo moeten jullie het eten: met je gordel om, je sandalen aan en je staf in de hand, in grote haast”. Dit is een maaltijd ter ere van de Heer, het Pesachmaal. Ik zal die nacht rondgaan door Egypte, en ik zal daar alle eerstgeborenen doden, zowel van de mensen als van het vee, en ik zal alle Egyptische goden van hun voetstuk stoten, want ik ben de Heer.
Maar jullie zal ik voorbijgaan: aan het bloed zal ik jullie huizen herkennen, en door dat merkteken zal de dodelijke plaag waarmee ik Egypte straf, jullie niet treffen.
Die dag moet voortaan een gedenkdag zijn, die je moet vieren als een feest ter ere van de Heer.
Dit voorschrift blijft voor altijd van kracht, alle komende generaties moeten die dag vieren.
Woord van de Heer. – Wij danken God

Tussenzang: Een uittochtslied
Trek ik de zee door, dan zal ik je vinden
over het water zul je er zijn;
Jij kent mijn wegen in den blinde,
gaat met mij mee door de woestijn.
Trek ik de zee door, dan zal ik je vinden,
over het water zul je er zijn.

Trek ik de zee door, dan zul je mij wachten
over het water ben je mijn vuur;
dicht aan je hart wil ik overnachten,
zonder jou heb ik rust noch duur.
Trek ik de zee door, dan zul je mij wachten,
over het water ben je mijn vuur.

Trek ik de zee door, dan zul je mij vinden,
over het water stil je mijn pijn;
nog ken ik nauwelijks wie ik beminde,
maar ga met mij door de woestijn.
Trek ik de zee door, dan zul je mij vinden,
over het water stil je mijn pijn.

Evangelielezing: Johannes 13, 1-15
Het was kort voor het Pesachfeest. Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en dat hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan. Jezus en zijn leerlingen hielden een maaltijd. De duivel had intussen Judas, de zoon van Simon Iskariot, ertoe aangezet Jezus te verraden. Jezus, die wist dat de Vader hem alle macht had gegeven, dat hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan, stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen en droogde ze af met de doek die hij omgeslagen had. Toen hij bij Simon Petrus kwam, zei deze: ‘U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’ Jezus antwoordde: ‘Wat ik doe, begrijp je nu nog niet, maar later zul je het wel begrijpen.’ ‘O nee,’ zei Petrus, ‘míjn voeten zult u niet wassen, nooit!’ Maar toen Jezus zei: ‘Als ik ze niet mag wassen, kun je niet bij mij horen,’ antwoordde hij: ‘Heer, dan niet alleen mijn voeten, maar ook
mijn handen en mijn hoofd!’ Hierop zei Jezus: ‘Wie gebaad heeft hoeft alleen nog zijn voeten te wassen, hij is al helemaal rein. Jullie zijn dus rein – maar niet allemaal.’ Hij wist namelijk wie hem zou verraden, daarom zei hij dat ze niet allemaal rein waren. Toen hij hun voeten gewassen had, deed hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats. ‘Begrijpen jullie wat ik gedaan heb?’ vroeg hij. ‘Jullie zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen mij, en terecht, want dat ben ik ook. Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen.’
Woord van de Heer. – Wij danken God

Acclamatielied: Woorden van leven
Woorden van leven, Liefde in overvloed; reiken de hand, Een richting te gaan. Jou tegemoet, Jij bron van bestaan.

Homilie

Geloofsbelijdenis
Ik geloof in God die de aarde schiep
als een huis van vrede voor de mensen
waar Hij in ons midden zou wonen.
Die de mensen heeft gemaakt tot wat ze zijn,
om van elkaar te houden en licht te zijn
waar het duister is.
Zijn licht scheen in de wereld
in Jezus van Nazareth, mens van vlees en bloed.
Hij liet ons zien wie God is, wat goed en rechtvaardig is.
Het kwaad in de wereld liet Hem sterven, maar Hij stond op:
bij God heeft de dood niet het laatste woord.
Ik geloof in de Geest die werkt in iedere mens
om te leven in het rijk van God.
Hij geeft ons het echte leven,
mens te zijn voor Gods gezicht.
Ik geloof met anderen,
samen zijn wij op weg naar Gods wereld,
waar de dood niet meer zal zijn.
Amen.

Handwassing
Gebed handwassing
Mijn handen laten wassen is;
mijn handen uitsteken,
waarin ik mijzelf toon.

Onder ogen zien wie ik ben,
wie ik geworden ben,
met alle littekens die me menselijk maken.

Mijn handen laten wassen is;
erkennen ‘dit ben ik’ en geen ander.
Met mildheid, geen loodzware last.

Een kans om een nieuwe weg te gaan.
Gereinigd gaan we op weg naar Pasen.
Dat je ziet wat is ,
en je toevertrouwt
en het licht niet haat.

Lied: Met zijn stroming mee
Water langs mijn ziel
Spiegelt een stukje van mijzelf.
Water langs mijn ziel
Het overspoelt en maakt mij nieuw.
Kan ik ook Jou daar zien
In levend water misschien?

Refrein:
Water in mij, maak mij vrij,
Water door mij, maak mij vrij,
Water langs mij, maak mij vrij.
Water ga en maak mij vrij!

Water langs mijn hart
Als branding heb ik het gevoeld.
Water langs mijn hart
Laat zien waarvoor ik ben bedoeld.
Kan ik ook Jou daar zien
In levend water misschien?
Refrein.

Laat mij meegaan in de branding,
Op de golven van de deinende zee.
Laat het water mij bezielen en vernieuwen
En voeren met Zijn stroming mee.
Refrein.

Voorbeden en Intenties
V: Inleiding voorbede
L: Bidden we dat we licht van Gods licht zijn voor elkaar.
Dat wij nacht en duister verdrijven, hoop en uitzicht brengen wereldwijd.
Laten wij als christenen een uitstraling zijn voor armen en ontheemden.
Moge wij daardoor iets tastbaar worden van Jezus’ licht in ons.

Bidden we voor alle priesters, diakens en religieuzen.
Dat zij trouw blijven aan hun roeping,
en met vreugde en dankbaarheid God dienen
Dan zal God hier in ons midden zijn

Bidden we voor alle volken,
dat zij Jezus Christus leren kennen.
Die Zijn bloed heeft gegeven,
voor het leven der wereld

Bidden we voor hen die lijden door eenzaamheid of ziekte.
Maak het lichaam van de overledenen gelijkvormig aan uw verheerlijkt lichaam.
Verenig ons eenmaal met hen in uw vreugde.
V: Intenties

Collecte, muzikaal intermezzo

Aanbrengen van de heilige oliën uit de Chrismaviering, gaven, en klaarmaken van de tafel

Lied: Het leven vieren
Kom, de tafel staat gereed,
Kom mensenkind dichtbij,
Wij gaan het leven vieren:
Jouw tijd van zwoegen
heet van nu af feestgetij.
Jouw tijd van zwoegen
heet van nu af feestgetij.

Kom en wees disgenoot,
Kom slaven in een stoet,
Wij gaan het leven vieren:
Nog nooit heeft ons het brood
zo door en door gevoed,
Nog nooit heeft ons het brood
zo door en door gevoed.

Wij die hier gezeten zijn,
Verlost en vrijgemaakt,
Wij gaan het leven vieren:
Nog nooit heeft ons de wijn
zo kostelijk gesmaakt,
Nog nooit heeft ons de wijn
zo kostelijk gesmaakt.

Kijk, een vreemde deelt het brood
en doet ons opengaan.
Wij gaan het leven vieren:
Nog nooit heeft hier de dood
zo zeker afgedaan,
Nog nooit heeft hier de dood
zo zeker afgedaan.

Bereiding van de gaven

V: Bidt, broeders en zusters, dat mijn en uw offer aanvaard kan worden door God, de almachtige Vader.
A: Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van zijn Naam, tot welzijn van ons en van heel zijn heilige kerk.

Gebed over de gaven

Eucharistisch gebed
V: De Heer zal bij u zijn.
A: De Heer zal u bewaren.
V: Verheft uw hart.
A: Wij zijn met ons hart bij de Heer.
V: Brengen wij dank aan de Heer onze God.
A: Hij is onze dankbaarheid waardig.

V: Op deze avond vieren wij het afscheid van Jezus, in
vriendschap en liefde. Liefde: een beladen woord
en ook het mooiste in een mensenleven. Liefde is zo kwetsbaar, zo broos, maar ook sterk als de dood.
Liefde is een geschenk van God, die zelf liefde is.
Christus’ liefde brengt ons tot eenheid, tot een Nieuw Verbond. Wij vieren deze nieuwe verbondenheid in een maaltijd.
Wij stellen een teken van Gods verbond in een wereld vol oorlog, armoede, ziekte en dood.
Wij hopen op een nieuwe wereld, waarin alle onrecht verdwenen zal zijn. Voor wij vandaag dit visioen onder ons doen oplichten in de viering van de Eucharistie,
Willen wij een gebaar van vriendschap en liefde stellen waarin wij onze verbondenheid met Jezus Christus reeds vieren

V: God, onze Vader, wij danken U met heel ons hart, want Gij hebt ons tot leven geroepen, Gij hebt ons bestemd voor het geluk in Jezus, uw Zoon, onze Heer. In Hem zien wij uw goedheid en uw wil om ons allen te redden. Hij is het verlossende woord, uw helpende hand. Nooit willen wij vergeten, hoe Hij één werd met ons in lijden en dood. Onze last maakte Hij tot de zijne, zijn trouw werd de onze. Blijvend zijn wij U dank verschuldigd om Hem.
God, onze Vader, wij vragen U: zend over dit brood en deze wijn de kracht van uw heilige Geest; dat zij voor ons het lichaam en bloed worden van uw veelgeliefde Zoon, Jezus Christus.

Toen het paasfeest op handen was kwam zijn uur. Hij had de zijnen in de wereld bemind; nu gaf Hij hun een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe. In het bewustzijn dat Hij van U was uitgegaan en naar U terugkeerde, heeft Hij het brood in zijn handen genomen, en zijn ogen opgeslagen naar U, God, zijn almachtige Vader, de zegen uitgesproken, het brood gebroken aan zijn leerlingen gegeven met de woorden:
Neemt en eet hiervan, gij allen, want dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt.

Zo nam Hij ook, toen zij gegeten hadden, de beker in zijn handen, Hij sprak de zegen en het dankgebed, reikte hem over aan zijn leerlingen en zei:
Neemt deze beker en drinkt hier allen uit, want dit is de beker van het nieuwe, altijddurende verbond; dit is mijn bloed dat voor u en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden. Blijft dit doen om Mij te gedenken.
Verkondigen wij het mysterie van het geloof.

A: Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden tot Gij wederkeert dat Gij verrezen zijt.
V: Trouw aan dit woord, Vader, gedenken wij Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer: zijn overgave in lijden en dood, de overwinning van zijn verrijzenis en de glorie van zijn hemelvaart; wij bieden U deze gaven aan, het levende brood en de heilzame beker, terwijl wij vol vertrouwen uitzien naar zijn komst in heerlijkheid. Zend nu, Vader, de Trooster en Helper in ons midden, uw heilige Geest. Wek de gezindheid van Jezus Christus in ons hart. Sterk ons vertrouwen, verruim onze liefde. Raak ons met het vuur van uw Geest en breng ons elkaar nabij.
Vrijmoedig in deze geest bidden wij U, Vader, voor uw heilige Kerk. Bescherm haar en leid haar; geef haar vrede en eenheid over de hele wereld. Geef wijsheid en kracht aan onze paus, aan onze bisschoppen en aan allen die Gij als herders in uw Kerk hebt aangesteld. Gedenk in uw goedheid ook degenen, die een bijzondere plaats innemen in ons hart, en vergeet niet hen, die door de dood van ons zijn heengegaan.
Samen met heel uw volk, met de Maagd Maria, de Moeder van de Heer, met de apostelen, martelaren en al uw heiligen; samen ook met allen ter wereld, die op U hun vertrouwen hebben gesteld, vragen wij om uw barmhartigheid, erkennen wij uw grootheid en brengen wij U onze dank door Jezus, uw Zoon, onze Heer.

A: Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn, Heer, onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid.
Amen.

Onze vader (gezongen)
Vredeswens
Naar die nieuwe wereld verlangen wij.
Op die nieuwe wereld hopen wij.
Wij beseffen ook dat we zelf deze wereld moeten opbouwen.
Niet uit eigen kracht, maar met de hulp van Jezus, die als vrede in de wereld is gekomen en zich als mens heeft laten breken voor ons.
Daarom willen wij, samen met u allen die hier aanwezig zijn,
een gebaar van vrede maken.
Moge het geen leeg gebaar zijn, maar laat het uit onze innerlijke overtuiging komen.
Het is onze overtuiging dat vrede niet is van één mens alleen,
Maar van ons allen samen.
Allen samen als één gemeenschap, kunnen wij de idealen van Jezus Christus verwezenlijken.
V: De vrede des Heren is altijd met u.

Breken van het brood
Communie

Lied: You’re my inspiration
I know your love was meant to be.
The kind of love to last forever.
Now I want you here with me.
From now on until the end of time.
You should know, everywhere I go.
You’re always on my mind,
in my heart, in my soul.

Refrein:
You’re the meaning in my life,
You’re the inspiration,
You bring feelings to my life,
You’re the inspiration.
Want to have you near me,
Want to have you hear me say,
No one needs you more than I need you.

And I know, Yes I know that it’s plain to see.
That it’s our love that keeps us together.
Now I know, that I need you here with me,
From now on until the end of time.
You should know, everywhere I go.
You’re always on my mind,
in my heart, in my soul. Refrein.

Slotgebed

Overbrengen brood naar rustaltaar

Slotlied: Laatste avondmaal
Een avond zo anders dan and’re
Aan land dat geen slavernij kent
Vrijheid van hier tot de einder
Waar je dezelfde bent.

Een bovenzaal als alle and’re
Een tafel, een paaslam, een kruik:
“ik reinig je voeten, laat weten
Dat hier geen mens is verheven.”

Ik bid tot de God onze Vader:
“houd ons bij elkaar telkens weer
En laat mijn leven en sterven
Als brood en als wijn voor hen zijn.”

Het brood en de wijn, mijn lichaam, mijn bloed,
Neemt en eet, deelt en drinkt, voorbeeld voorgoed.

Een avond zo anders dan and’re
Verraad als een dief in de nacht.
O, kon het maar aan mij voorbij gaan
De weg van dood die mij wacht.
Als laatste de plaats, de Olijfberg,
Al biddend in stilte, de pijn.
Nog voor de haan zal gaan kraaien
Zal ik verlaten zijn.

Het kruisbeeld wordt op het priesterkoor neergelegd.

Wij verlaten in stilte de kerk

Goede Vrijdag
15.00 uur: Kruiswegverering met Josje Kronenberg en Herman Hogenaar
19.00 uur: Viering en Kruishulde met gelegenheid voor het leggen van bloemen.
Samenzang met Marlies Zutt.
Voorganger: diaken Han Hartog

Paaszaterdag
22.00 uur: paaswake met het Allegriakoor.
Voorganger: Pastor André Tönis.

Hoogfeest van Pasen
10.30 uur: Viering met het Stanzakoor.
Voorgangers: pastor André Tönis en diaken Han Hartog.

Dit is het eeuwigdurend leven:
dat zij U kennen, de enige waarachtige God
en hem die Gij gezonden hebt: Jezus Christus