Het Koninkrijk van God is nabij

Oecumenische viering
voorgangers: ds. Wim Brouwer en diaken Han Hartog
m.m.v. het Hagunnankoor o.l.v. Marlies Zutt
pianist: Hans van der Meer

Openingslied: Dit is een morgen als ooit de eerste (mel. Morning has broken)
Dit is een morgen, als ooit de eerste, zingende vogels geven hem door.
Dank voor het zingen, dank voor de morgen, beide ontspringen, nieuw aan het woord.
Dauw op de aarde, zonlicht van boven, vochtige aarde, geurig als toen.
Dank voor gewassen, grassen en bomen, al wie hier wandelt ziet: het is goed.
Dag van mijn leven, licht voor mijn ogen, licht dat ooit speelde waar Eden lag. Dank elke morgen, Gods nieuwe schepping, dank opgetogen Gods nieuwe dag.

Begroeting, inleiding en vredewens (Wim)

Gebed om vergeving (uit Oecumenische viering 9 juli 2017)
VG: Hier zijn wij, God, mensen die leven met het onzichtbare, met onze dromen en verwachtingen, met onze vragen en twijfels, op zoek naar een teken van uw aanwezigheid.
A: God, wees aanwezig in ons midden, versterk ons zwakke geloof en onze wankele hoop.
VG: Hier zijn wij, God, mensen die leven met het onzichtbare tussen geloof en ongeloof, tussen soms-zien en niet-zien, soms even iets van licht maar dan weer het onzekere duister.
A: God, wees aanwezig in ons midden, open onze ogen en ons hart voor uw licht.
VG: Hier zijn wij God, mensen die blootstaan aan gewenning en sleur, die het liefst vertrouwde wegen gaan, ons gewone gangetje, die moeite hebben om iets los te laten en nieuwe wegen gaan.
A: God, wees aanwezig in ons midden, vergeef ons als we niet altijd uw wegen gaan.
VG: God, wees aanwezig onder ons in Jezus Christus uw Zoon, opdat wij mogen leven in zijn naam.

Koor: Geloof, hoop en liefde
Refrein: Laat mij mijn hart, mijn leven in jouw handen leggen en durf dan samen met mij, ik geloof in hoop en liefde zeggen.
Vol van vertrouwen, nieuwe morgen, nieuwe dag, loop ik de toekomst tegemoet, en dan zing ik, vrede, vrede (refrein)
Vol van de vrede, hopen, wachten, ied’re dag, zoveel mensen op elkaar, en dan zing ik, liefde, liefde. (refrein)

Openingsgebed

Eerste lezing: Jesaja 66,10-14
Laat allen die Jeruzalem liefhebben zich met haar verheugen en juichen om haar,
laat allen die om haar treuren nu samen met haar jubelen.
Aan haar vertroostende moederborst zullen jullie drinken en verzadigd worden,
haar rijke, volle borsten zullen je zogen en verkwikken.
Want dit zegt de HEER:
Ik laat de vrede als een rivier naar haar toe stromen,
de rijkdom van alle volken als een overlopende beek,
en jullie zullen ervan drinken.
Je zult op de heup gedragen worden
en worden gewiegd op haar schoot.
Zoals een moeder haar zoon troost,
zo zal ik jullie troosten;
in Jeruzalem zul je troost vinden.
Wat jullie daar zien, zal je hart verblijden,
je botten zullen gedijen als het jonge groen.
De HEER zal zijn dienaren zijn macht tonen
en zijn vijanden zijn verbolgenheid.

Lied: Jerusalaim
Er is een stad voor vriend en vreemde diep in het bloemendal
Er is een mens die roept om vrede die mens roept overal.

Refrein: Jerusalaim, stad van God wees voor ons mensen een veilig huis, Jerusalaim, stad van vrede breng ons weer thuis

Er is een huis om in te wonen voorbij het dodendal,
Er is een vader met zijn zonen zij roepen overal. Refrein.

Er is een tafel om te eten voorbij het niemandsland
Er is een volk dat wordt vergeten dat volk roept overal. Refrein.

Er is een wereld zonder grenzen zo groot als het heelal
Er is een hemel voor de mensen dat hoor je overal. Refrein.

Evangelielezing: Lucas 10,1-11+17-20
Daarna stelde de Heer tweeënzeventig anderen aan, die hij twee aan twee voor zich uit zond naar iedere stad en plaats waar hij van plan was heen te gaan. Hij zei tegen hen: ‘De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig; vraag dus de eigenaar van de oogst of hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen. Ga op weg, en bedenk wel: ik zend jullie als lammeren onder de wolven. Neem geen geldbuidel, geen reistas en geen sandalen mee, en groet onderweg niemand. Als jullie een huis binnengaan, zeg dan eerst: “Vrede voor dit huis!” Als er een vredelievend mens woont, zal jullie vrede met hem zijn; zo niet, dan zal die vrede bij je terugkeren. Blijf in dat huis, en eet en drink wat men je aanbiedt, want de arbeider is zijn loon waard. Ga niet van het ene huis naar het andere. En als jullie een stad binnengaan en daar welkom zijn, eet dan wat je wordt voorgezet, genees de zieken die er zijn en zeg tegen hen: “Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt.” Maar als jullie een stad binnengaan waar je niet welkom bent, trek dan door de straten en zeg: “Zelfs het stof van uw stad dat aan onze voeten kleeft, vegen we van ons af als aanklacht tegen u; maar bedenk wel: het koninkrijk van God is nabij!”
De tweeënzeventig keerden vol vreugde terug en zeiden: ‘Heer, zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons bij het horen van uw naam.’ Hij zei tegen hen: ‘Ik heb Satan als een lichtflits uit de hemel zien vallen! Bedenk wel: ik heb jullie de macht gegeven om slangen en schorpioenen te vertrappen en om de kracht van de vijand te breken, zodat niets jullie kan schaden. Verheug je er echter niet over dat de geesten zich aan jullie onderwerpen, maar verheug je omdat jullie naam in de hemel opgetekend is.’

Acclamatie Lied: De vrede komt
De vrede komt op zachte voeten,
de vrede komt met witte vlaggen,
met open handen komt de vrede,
komt de vrede, de vrede komt.

Preek

Geloofsbelijdenis (gezongen): “Wie is die God die eeuwig leeft?”
(GVL 652 = Tussentijds 95)
1. Wie is die God die eeuwig leeft
en al wat is geschapen heeft,
die oerbegin en einde is,
de zin van de geschiedenis?

2. De Vader die de wereld schiep,
de stem die ons tot leven riep:
dat is mijn God, ik roep Hem aan
en zeg Hem dank voor mijn bestaan.

3. Wie is dat ene mensenkind
dat anderen zo heeft bemind
dat Hij zich aan het kruis liet slaan,
ons nog doet vragen naar zijn naam?

4. De Zoon die ons geboren is,
het licht in onze duisternis,
voor kleine mensen, diep in nood,
en hoopvol woord tot in de dood.

5. Wie zingt in ons dat ene lied:
het leven doet de dood teniet?
verlangen dat maar niet verslijt,
een ademtocht van eeuwigheid?

6. De Geest die ons de ruimte geeft
de levenskracht die ons beweegt,
de liefde krijgt de overhand
en aarde wordt tot vruchtbaar land.

Voorbeden
Mededelingen en collecte
Koor: Fantasy
Every man has a place, in his heart there’s a space,
and the world can’t erase his fantasies.
Take a ride in the sky, on our ship “fantasy”:
all your dreams will come true, right away.
And we will live together, until the twelfth of never.
Our voices will sing forever, as one.

Every thought is a dream, rushing by in a stream.
Bringing life to your kingdom of doing.
Take a ride in the sky, on your ship “fantasy”:
all your dreams will come true, right away.
Our voices will sing together, until the twelfth of never.
We all, will live forever, as one.

Come to see, victory in a land called “fantasy”.
Loving life for you and me, to behold,
to your soul is a fantasy.
You will find other kind that has been in search of you.
Many lives has brought you to recognize it’s your live now, or in review…

And as you stay for the play, “fantasy” has a stop for you.
Glowing light will see you through.
It’s your day, shining day, all your dreams come true!

Onze Vader
Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen
en uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.
Want aan u behoort het koningschap.
de macht en de majesteit tot in eeuwigheid. Amen

Slotgebed

Zending en zegen: De levende zegenen en behoede u
Voorganger:
De Levende zegene en behoede u.
De Levende doe zijn aangezicht
over u lichten, en zij u genadig
De Levende verheffe
zijn aangezicht over u,
en geve u vrede.
Allen:
Zegen ons en behoed ons,
doe lichten over ons uw aangezicht
en wees ons genadig.
Zegen ons en behoed ons,
doe lichten over ons uw aangezicht
en geef ons vrede.

Slotlied: We are the world
There comes a time when we need a certain call, when the world must come together as one. There are people dying and it’s time to lend a hand, to life, the greatest gift of all.

We can’t go on pretending day by day, that someone, somewhere will soon make a change. We are all a part of God, his great big family and the truth, you know, love is all you need.

Refrein: We’re the world, we are the children, we are the ones who make a brighter day, so let’s start giving.
There’s a choice we’re making, we’re saving our own lives. It’s true we’ll make a better day just you and me.

Send them your heart so they’ll know that someone cares and their lives will be stronger and free. As God has shown us by turning stones to bread so we all must lend a helping hand. Refrein

When you’re down and out, there seems no hope at all, but if you just believe there’s no way we can fall. Let us realize that a change can only come, when we all stand together as one! Refrein